Skip to main content

Ik ben de enige in mijn kamer, de deur zit op slot en het schemerlampje naast de computer staat aan. Mijn gedachten malen over de insteek voor mijn eerste column: de herfst. Ik heb eigenlijk niet veel meer met de herfst. Ja, vroeger. Vroeger wel.

Het was ver fietsen naar school en na een strenge winter was dat geen probleem, dan trainde ik de winterpondjes van mijn jonge lijf af. Maar dat lange eind, het enorme stuk fietsen naar school in die verschrikkelijke tijd tussen zomer en winter. In de herfst werd alles vies, nat en koud en kwam ik op school aan als een verzopen kibbeling. Dat was voor mij de herfst: ik keek liever vooruit door het luik van de herfst naar de fijne winter die er altijd op volgde.

De winter was mijn paradijs. Ik herinner me dat ik in 1963 op een sleetje achter de auto van mijn vader als een volleerde Hermann Maier over het ijs op de Reeuwijkse Plassen scheerde. Dat waren de jaren dat een Elfstedentocht nog vanzelfsprekend was en dat Reinier Paping met armen omhoog en schuim op de mond over de finish kwam zonder klapschaatsen en aerodynamisch pak. De winters waren hard en streng, maar heerlijk en nostalgisch.

 

SFA03_SFA022810668_X

 

Pas jaren later heb ik de herfst voor mezelf in ere hersteld. Mijn reis ging naar Quebec, Canada waar de herfstkleuren zo ontzettend mooi zijn. Ik ben erheen gereisd om die prachtige kant van de herfst te kunnen zien. Dat gaf een fijn gevoel van hoe de herfst ook kan zijn: niet het grauwe en natte hier, maar de prachtig mooie kleuren en de prettige kou daar.

Door de jaren heen heb ik de herfst zelfs leren waarderen. Ook in de gezondheidszorg lijkt de wijsheid met de jaren te komen. Je hoeft niet alleen naar het Gezondheidscentrum toe als je ziek bent, maar ook en vooral om te voorkomen dat je ziek wordt en om adviezen te krijgen over gezondheid in het algemeen. Bij ons verdwijnt het woord patiënt hierdoor ook razendsnel: de patiënt wordt op deze manier een klant en zo hoort het ook.

 “Zorg vergelijk ik vaak met een bezoek aan de garage.

Patiënt of klant, hoe je het beestje ook noemt: ziekte is van alle dagen en alle tijden, maar in de herfst is de griep de grootste vijand die bestreden moet worden. Ik lag vorig jaar zelf als een blaffende zeehond in bed en werd uitstekend behandeld door mijn vrouw. Tussen de snotneus-hoest-aanvallen door, dacht ik na over de verhouding patiënt – dokter.

Wij dokters denken nog te veel vóór de patiënt, niet mét de patiënt. Dat is een gewoonte van vroeger, maar in veel gevallen word het nog wel verwacht. Ik vergelijk het vaak met een bezoek aan de garage. Als mijn automonteur Gerard zegt dat de aircopomp moet vervangen worden zeg ik: ‘’Doe maar’’. Ik zou ook kunnen zeggen: ‘‘Wat is er mis gegaan met de oude pomp en hoe kan ik dat in de toekomst voorkomen?”. Samen nadenken en praten over gezondheidszorg is de sleutel tot een verbetering in de behandelingen en de gezondheidszorg in het algemeen.